Boekenweek 2013

GOED, DAT WAS VROEGER

Over Gouden Tijden, Zwarte Bladzijden

Hoed en de Rand is een duo dat zelf poëtische teksten schrijft en zingt, maar daarnaast gedichten van meer en minder bekende dichters op muziek zet en ten gehore brengt. Peter van der Steen (zang en gitaar) en Jelle van der Meulen (zang en accordeon) hebben al diverse poëzieprogramma’s gemaakt en komen in de Boekenweek 2013 met hun twaalfde Boekenweekprogramma: Goed, dat was vroeger. ‘Goed, dat was vroeger’ is een citaat uit een gedicht van Benno Barnard over een visser ‘in een simpele boot op de Schelde’, zo’n tweeduizend jaar geleden, een gedicht dat door de heren in hun nieuwe Boekenweekprogramma gezongen wordt.

Met in het achterhoofd het idee dat het toch al crisis is, bekijken de mannen van Hoed en de Rand het thema van de 78e Boekenweek, Gouden Tijden, Zwarte Bladzijden, vooral van de positieve kant. De CPNB wil ons laten nadenken over ‘het verleden van de Lage Landen met zijn roemrijke perioden, maar evenzovele schaduwkanten’. Hoed en de Rand laat vooral de hoogtepunten uit de schatkamers van de Nederlandse poëzie horen. Dat gaat grofweg van de middeleeuwse ballade ‘Van twee koningskinderen’, via Vondels gedicht over de huwelijkstrouw uit de Gijsbrecht van Amstel tot het ‘Gedicht van de (twintigste) Eeuw’, het overbekende ‘Herinnering aan Holland’ van H. Marsman. Natuurlijk is het onvermijdelijk dat enkele schaduwkanten van de Nederlandse geschiedenis aan bod komen. Een voorbeeld daarvan: het sonnet ‘De laatste brief’ van Bertus Aafjes uit 1940 gaat over een soldaat die sterft voor hij door heeft dat de oorlog begonnen is. Dat doet je dan toch denken aan de niet zo geweldige voorbereiding van de Nederlandse defensie op een Duitse aanval.

Eén van de uitgangspunten van het programma is het overlijden dit jaar van de eerste Dichter des Vaderlands, Gerrit Komrij, die een eigenzinnige kijk had op de geschiedenis van de Nederlandse poëzie. Onder andere via Komrij geeft het duo commentaar op enkele hoogtepunten uit de Nederlandse poëziegeschiedenis. Een voortvloeisel daarvan is het naar voren schuiven van de negentiende-eeuwse dichter P.A. de Génestet, van wie Komrij maar liefst negen gedichte opnam in zijn bekende bloemlezing. Hoed en de Rand zette speciaal voor de Boekenweek 2013 De Génestets gedicht ‘Boutade’ (‘O land van mest en mist’ op muziek. Natuurlijk komt ook Komrijs eigenzinnige kijk op hoogte- en dieptepunten in de eigentijdse geschiedenis aan bod, onder andere via diens sonnet over het afscheid van de gulden.

Ook de andere Dichters des Vaderlands, Driek van Wissen en Ramsey Nasr, worden betrokken als het gaat om het poëtisch kijken naar hoogte- en dieptepunten in de 21e eeuw.