Jan Boerstoel (1944) is vooral bekend als schrijver van liedteksten, onder veel anderen gezongen door Adèle Bloemendaal en Martine Bijl.
Jan Boerstoel – ‘Acht kroegverzen’
Filosofie
Ik ken het klappen van de zweep,
ik ken de regels van het spel,
ik ken de zin van het bestaan,
maar als ik drink dan gaat het wel.Check up
De dokter balt een boze vuist
en ziet de Dood al naar mij wenken.
Ik moet van hem eens na gaan denken.
‘Maar dokter, daarom drink ik juist!’Voor Gerard Reve
De dag doet mij de dampen aan,
maar ‘s avond met de lampen aan
maakt Koning Alcohols bewind,
dat ik het niet zo erg meer vind.Dorst
De dorst
die voor de baat uitgaat,
maakt op den duur
dat niets meer baat.Natuurliefhebber
Het mooiste uitzicht
volgens mij,
zijn veertig flessen
op een rij.Enfin
Zo is het leven
nou eenmaal, weet je,
en drinken helpt niet,
maar soms een beetje.Keuze
Drinken
doet een beetje zeer,
maar nuchter leven
nog veel meer.Tussentijd
Zolang het wonder niet gebeurt,
moet ik de tijd zien door te komen
met kleintjes pils en grote dromen
en weemoed waar geen mens om treurt.
(uit: Veel werk. Verzamelde gedichten en liedjes 1968-1997, Uitgeverij Bert Bakker, 2000. Oorspronkelijk uit: Drinken doet een beetje zeer, Amsterdam, Uitgeverij Bert Bakker, 1983)
‘Acht kroegverzen’ van Jan Boerstoel
In 1983 verscheen de bundel Drinken doet een beetje zeer, met als ondertitel ‘Kroegverzen’. De bundel was geïllustreerd door Bert van der Spek. In dat poëziedebuut publiceerde Boerstoel 24 kroegverzen. Acht daarvan zijn door Hoed en de Rand op muziek gezet en tot één lied gesmeed.